Een vervelend gepiep haalt me langzaam uit mijn slaap. Ik was vast heel ver weg dat het zo lang duurde. Als ik mijn ogen open, zie dat ik in een bijna compleet witte kamer ben en in een bed lig.
'Ah, je bent eindelijk weer wakker en deze keer ook helder zo te zien. Wat fijn.' De vrouwenstem laat me schrikken en ik kijk naast me. 'Ik ben Amber.' Een jonge, blonde vrouw in een wit uniform controleert de machines die naast me staan. Ik volg de slangetjes van de apparaten en zie dat ze naar mijn lichaam lopen. 'Weet je nog iets van eerder vannacht?'
Ik denk na, maar zie alleen maar een zwart gat in mijn geheugen. 'Nee.' Het is amper te horen wat ik zeg.
'Dat komt vast later wel. Hier, drink maar een beetje water. Niet te veel drinken nog.' Ze geeft me een bekertje en ik neem een paar kleine slokjes via het rietje. Het doorslikken doet veel pijn aan mijn keel. Hoe kom ik aan deze pijn? 'Ik zal Lucian halen, die wacht al de hele nacht op het moment dat hij weer naar je toe mag.' Vriendelijk lacht ze naar me. 'Zeggen dat alles weer goed met je komt stelt hem nog steeds niet gerust. Tot zo.' Amber verlaat de kamer en mijn ogen vallen nog geen seconde later dicht.
'Kitten..' De engelenstem van Lucian laat me mijn ogen openen en ik kijk direct in zijn bezorgde ogen. Hij zit naast het bed op een stoel en heeft mijn hand vast. 'Hoe voel je je?'
'Weet ik niet.' Zodra ik praat, met mijn schorre stem, voel ik mijn keel branden en knijp mijn ogen dicht. Ik leg mijn hand op mijn keel en voel hoe opgezet en pijnlijk het is.
'Weet je nog wat er gebeurd is gisteravond?' Hij legt zijn hand op mijn wang en veegt er over met zijn duim. Ik schud mijn hoofd. Wist ik het maar..
De kamerdeur gaat open en dezelfde vrouw als eerder komt binnen. 'Ik moet weer je bloeddruk meten en deze keer ook bloedprikken bij je.' Ze brengt een brede band om mijn bovenarm aan en laat er lucht in lopen.
'Kan je ook laten testen of ze zwanger is? Drugs is niet bepaald goed tijdens een zwangerschap.'
'Ben je weer onvoorzichtig geweest?' De vrouw lacht naar hem en ondertussen voel ik de band strakker om mijn arm gaan zitten.
'Nee, deze keer niet.' Lucian blaast flauw lachend lucht uit door zijn neus uit.
'O my god! Het is gepland? Ik ben bijna dertig en word met een beetje geluk eindelijk tante!' Zegt ze blij.
'Pff, bijna dertig. Dat duurt nog vier jaar, doos.' De man kijkt me aan en ik zie nog steeds de bezorgdheid in zijn ogen.
'Je bloeddruk begint toe te nemen, dat is een goed teken. Ik zal nu bloed bij je afnemen.' Amber haalt de band om mijn arm weg en hangt die aan de machine op wieltjes. Ze drukt een buisje in het infuus dat al in mijn hand zat en draait het kraantje open. Bloed vloeit het buisje in en als die vol zit, sluit ze het kraantje weer en haalt ze het buisje er uit. 'Jullie zien me later in de ochtend wel weer. Vanessa, je mag ook weer gaan slapen als je wil.' Ik knik en zie haar de kamer verlaten. Ik draai me op mijn zij en gaap.
'Ben je moe?' Lucian legt zijn hand weer op mijn wang.
'Ja.' Fluister ik.
'Ga maar weer lekker slapen. Het is nog maar drie uur, ofzo.'
'In de.. nacht?' Breng ik met pijn in mijn keel uit.
'Ja, dus je kan hopelijk nog goed uitrusten.' De man drukt een kus op mijn voorhoofd en ik sluit mijn ogen, kan ze niet meer open houden.
-
-
Om zeven uur in de ochtend ben ik weer wakker en komt Lucian de kamer binnen met een dienblad vol eten.
'Ik denk niet dat ik nu al een broodje naar binnen kan krijgen.' Mijn stem klinkt nog steeds erg schor, maar het wordt al iets beter. Ook met de pijn. Ik ga rechtop zitten, zodat Lucian bij me op bed kan zitten.
'Dat dacht ik ook al, vandaar dat ik yoghurt en vla voor je meegenomen heb.' Hij zet het dienblad op het bed neer en neemt tegenover me, aan het voeteneind plaats.
'Dat moet wel goedkomen.' Ik pak het bakje waar ze beide in zitten en begin te eten. De man voor me begint aan de boterhammen die er liggen. Tijdens het eten neem ik af en toe een slok van de warme thee met honing. Dat is vast goed tegen de zwelling en pijn in mijn keel.
'Hoe voel je je nu? Beter dan vannacht?'
'Ja, stukken beter.'
'Weet je ook alweer wat er gebeurd is?' Wil hij weten.
Ik denk na, maar kan me nog steeds niets herinneren. 'Nog niet. Al weet ik wel dat ik eerder vannacht mijn hoofd er echt niet bij had. Ik weet alleen dat je naast me zat en verder eigenlijk niets meer.'
'Als het goed is komt dat allemaal weer terug vandaag.'
'Ik hoop het. Het voelt zo raar om me niets meer te herinneren van gisteravond en vannacht.' Ik zet het lege bakje terug op het dienblad en neem de laatste slok van mijn thee.